Behandeling van de diabetische voet

Voor de behandeling van de diabetische voet worden vaak veel hulpverleners ingeschakeld. Hoe werkt dat nu in de praktijk? Stap voor stap leggen we het uit. 

 

Scenario 1: je hebt diabetes en de jaarlijkse controles worden uitgevoerd bij de huisarts.

Veel van de mensen komen voor hun diabetescontroles bij de huisarts. In de meeste gevallen worden zij gezien door de praktijkondersteuner, sommige mensen alleen bij de huisarts.
Jaarlijks wordt er gekeken naar de voeten, als er in de huisartsenpraktijk twijfel is over het risicoprofiel van de voet wordt er verwezen naar de (diabetes)podotherapeut. Indien alles goed gaat met uw voeten, blijven uw voetcontroles in de huisartsenpraktijk.  

Bij binnenkomst bij de (diabetes)podotherapeut wordt er gekeken welk risicoprofiel bij de voet past afhankelijk van de doorbloeding, zenuwschade en drukplekken. Vaak wordt er dan een medisch pedicure ingeschakeld in samenwerking met de (diabetes)podotherapeut om preventieve voetzorg te leveren.  

Dan zullen de controles bij de huisartsenpraktijk te komen vervallen en neemt de (diabetes)podotherapeut dit over. Minstens één keer per jaar wordt er een rapport gestuurd naar de huisartsenpraktijk, zodat iedereen op de hoogte is.  

Een wond die niet sluit?

Scenario 2: je hebt diabetes en een wond die niet sluit binnen een acceptabele tijd.

Nu wordt het complexer. Het kan zijn dat de (diabetes)podotherapeut de wond onder controle krijgt. De (diabetes)podotherapeut mag de wond behandelen door het inzetten van drukverdelende technieken en het verwijderen van eelt, zo lang dat er verbetering optreedt. 

Is er geen verwachting van genezing binnen een acceptabele tijd? In de eerste instantie zal er vaak verwezen worden naar de huisarts. Door het toevoegen van de huisartsenzorg, kan zo zijn dat de wond dan wel sluit. Denk bijvoorbeeld door het krijgen van een bepaalde zalf of antibiotica.  

Is dit onvoldoende of twijfelt de huisarts ook aan de wond? Er kan worden gekozen om dan door te verwijzen naar de voetenpoli in het ziekenhuis. Tijdens deze afspraak zijn meerdere zorgverleners aanwezig;  vaatchirurg, orthopedisch schoenmaker, diabetespodotherapeut, wondverpleegkundige en de diabetesverpleegkundige. Vanuit de voetenpoli wordt er een nieuw plan van aanpak opgesteld.  

Dit kan betekenen dat iemand in aanmerking komt voor een behandeling door de vaatchirurg of er worden orthopedische schoenen aangemeten om de druk beter te verdelen. Vaak zien we dat de wondzorg dan wordt gedeeld door de wondverpleegkundige en de diabetespodotherapeut. 

Het is ook mogelijk dat er wondzorg aan huis ingeschakeld wordt, als blijkt dat er meer zorg nodig is dan één keer in de week.   

In sommige gevallen is het ook zo dat de diabetesverpleegkundige en de internist de suikercontroles overnemen vanuit de huisartsenpraktijk als blijkt dat de suiker moeilijk te regelen is. Soms is dit tijdelijk, maar kan ook blijvend zijn.  

De orthopedisch chirurg kan ook ingeschakeld worden als blijkt dat er bijvoorbeeld een correctie nodig is van de tenen. Die kunnen dan worden recht gezet.  

De diëtiste kan een rol spelen om de suikers goed onder controle te krijgen. Soms wordt er ook een specifiek dieet voorgeschreven als het gaat om de wondgenezing te verbeteren. 

 

Conclusie

Zo staan er al minstens 12 zorgverleners rondom de behandeling van de diabetische voet als er een wond aanwezig is. Mogelijk worden er nu ook andere betrokkenen over het hoofd gezien. Vergeet ook de mantelzorgers niet. Hopelijk is het zo een notendop zichtbaar hoeveel zorg de diabetische voet soms nodig heeft. Daarom wordt er zoveel ingezet op de preventieve voetzorg.